Hoe is het zover gekomen?

Wie mijn andere artikels gelezen heeft, weet intussen dat ik zelf een pracht van een burn-out doorworsteld heb. Een jaar had ik nodig om voldoende te herstellen en nieuwe wegen in te slaan.

Sinds begin april 2016 ben ik professioneel weer actief. Ik heb weer energie, plannen en dromen. Ik ben niet terug de oude en eerlijk gezegd… gelukkig maar. Het is die oude Lieselot die meermaals tegen de muur liep en telkens dacht “goh, ik ga toch nog eens proberen” om er dan weer tegenaan te botsen en te klagen over de builen en de hoofdpijn.

Einstein verwoordde het treffend met zijn definitie van waanzin:

“waanzin is steeds weer hetzelfde doen en toch een ander resultaat verwachten”.

Misschien moest ik de dingen in de toekomst toch maar eens anders beginnen aanpakken.

In het voorjaar kwam ik nog een andere interessante quote tegen, deze keer van Pema Chödrön:

“ Nothing ever goes away until it teaches us what we need to know”.

Ik moest toegeven dat daar wel iets van aan was. Na een jaar ziekteverlof was ik op fysiek en mentaal vlak hersteld. Het emotionele vlak, daar was nog wat werk aan. Ondanks de brief (mail eigenlijk… ook therapie moet mee met z’n tijd) waarin ik al mijn frustraties, woede en onzekerheden van me had afgeschreven, voelde ik nog steeds dat er iets ontbrak om die periode te kunnen afsluiten.

Ik had nog een paar lessen te trekken uit het verleden. Hoe is het toch zover gekomen dat het licht uitging? Wat moet ik precies anders aanpakken of hoe moet die andere aanpak er uitzien?

Ja, hoor. Tuurlijk. Geef maar. Komt in orde. Ik help je wel even.

Op elke vraag die ik kreeg, pikte ik een antwoord uit bovenstaand rijtje. Of ik het er kon bijnemen of niet, was niet relevant. Iemand had hulp nodig, dus ik zei “ja”. Of iemand had geen zin om iets zelf te doen en ik zei ook “ja”. Yep, geen ontkennen aan, ik was (en ben) een “pleaser”.

Ik “please” om niet te ontgoochelen, om erkenning te krijgen en om geliefd te worden. Is het fout om mensen te willen helpen? Nee, tuurlijk niet. Het gaat om balans. De balans tussen geven en nemen. Hulp geven en hulp aannemen.
Om hulp te kunnen bieden moet je voldoende draagkracht hebben en die is niet onuitputtelijk.

Dit please-gedrag bracht me flink in de problemen. Ik liet iedereen mijn agenda overhoop gooien en mijn to do-lijst aanvullen met taken die eigenlijk niet op mijn lijst zouden mogen staan. Maar ik zei overal “ja” op… tot die lijst zo lang was dat ze voor geen meter meer haalbaar was.

Door zolang te focussen op goed doen voor anderen, wist ik zelf niet meer waar mijn grenzen lagen. Ik had dus ook geen idee hoe ik die grenzen kon stellen en bewaken.

Ik bleef doordoen. “Always go the extra mile”. Omdat ik overdag over me heen liet lopen en bovendien de lastige taken voor me bleef uitschuiven, kreeg ik niets gedaan en deed ik ’s avonds en in het weekend verder. En dat ging dan weer ten koste van mijn gezin en mijn huishouden.

Ik sliep steeds slechter, reageerde vaak extreem emotioneel of angstig, had problemen met mijn bloeddruk en ook mijn nek en schouders moesten eraan geloven. Negeren en doorgaan. “Nie neute, nie pleuje”, zeggen we in Gent.

Ik voelde zelf dat deze manier van werken niet kon blijven duren, dus met behulp van een andere coach (die ik trouwens nog een standbeeld verschuldigd ben) begon ik stil te staan bij mijn noden: ondersteuning, begrip, duidelijkheid omtrent mijn prioriteiten, rechtvaardigheid en respect. Ik klopte aan bij mijn management en vond er gehoor… maar niet wat ik zocht.

Ik ging weer door. Ik leverde geen resultaten meer. Wist niet meer wat ik daar nog liep te doen en begon te rebelleren. Proberen overleven. Ik ging door tot er geen doorgaan meer aan was.

Ik hoef je niet uit te leggen wat er gebeurt met een rekker waar je blijft aan trekken. Of toch?

Moegestreden, leeggegeven ging het licht uit.

Die nieuwe aanpak is een “work in progress”.
Eerst en vooral ben ik begonnen met een carrièreswitch op te zetten. Niet meer uitsluitend focussen op cijfers en centen, maar werken met mensen en hen helpen groeien.

Verder heb ik geleerd naar mijn lichaam te luisteren en stresssignalen snel op te pikken zodat ik kan ingrijpen waar en wanneer dat nodig is.

En tenslotte: grenzen. Ik stel bewust mijn grenzen, wat wil zeggen dat ik kritisch kijk naar elke hulpvraag die binnenkomt:

– Moet deze vraag bij mij liggen?
– Heb ik de draagkracht om aan de vraag te voldoen?
– Wil ik op dit moment aan deze vraag voldoen?

Als ik op één van deze vragen “nee” antwoord, doe ik het niet.
Als ik “nee” zeg, gaat dat niet over de hulpvrager, maar over mij en over mijn grenzen.

Grenzen zijn gezond en noodzakelijk, dus zeg ik “nee” als ik “nee” wil zeggen.
No more extra mile.

Vinderhoute, 24/08/2016

One Reply to “Hoe is het zover gekomen?”

  1. Mooi blog Lieselot! Ik heb een burnout van dichtbij meegemaakt en ben zelf iemand die er een beetje voor moet opletten 😉 dus het is interessant om jouw verhaal ook eens te lezen! Goed gedaan, die carrière switch!

Leave a Reply